Bert Flier schrijft weer voor Trikipedia. Over drie thema’s: Met het mes tussen de tanden | Tussen de oren | Nerd talk
All You Can Eat
Vroegûh was triathlon pionieren. In de jaren tachtig en negentig werd er geracet in strakke Speedo’s, reden we op Ferrarirode fietsen met duikbootframes en aten we sportvoeding die je gewoon in de supermarkt haalde: een banaantje hier, een colaatje daar. Extran was één van de eerste sportvoedingsmerken. Als ik me goed herinner, werd dat geleverd in een groene verpakking met daarin een suikkerijk poeder. De avond voor de race moest je water een kook brengen, daarin het poeder oplossen en dat vervolgens overgieten in je bidons. Dat spul was zo zoet dat het glazuur al van je tanden sprong als je er naar keek.

In de jaren negentig begon de sportvoedingsindustrie een beetje op gang te komen. Het advies: één gram koolhydraten per kilo lichaamsgewicht voor langeafstandstriathlons. Rob Barel won met deze dosering het WK in Nice in 1994.
Voedingswetenschappers als Asker Jukendrup zetten hun tanden in de samenstelling van sportvoeding en rekten de grenzen op. De standaard werd verhoogd naar 1,5 gram per kilo per uur. Mits je het goed doseerde: 1 gram glucose en 0,5 gram fructose. Want die gebruiken verschillende transportkanalen in je darmen, waardoor je meer kan opnemen. Een atleet van 80 kilo kon nu geen 80, maar 120 gram per uur opnemen. Slim. Efficiënt. Maar nog lang niet wat er tegenwoordig wordt gegeten.
Fast forward naar 2025. Tijdens Ironman Texas een paar maanden terug spoot Cameron Wurf tijdens zijn 3u53 korte fietsonderdeel (46,2 km/u) 200 gram koolhydraten per uur door zijn 41-jarige keelgat – het equivalent van twee Snickers en een halve cola, maar dan in vloeibare vorm. Daarnaast slokte hij per uur 1 tot 1,5 liter vocht per uur weg, met daarin 2 gram zout. Ongehoorde hoeveelheden.
Wurf is niet de enige die veel meer opneemt dan tot voor kort voor mogelijk werd gehouden. Tijdens de expo van de Rotterdam marathon sprak ik met een R&D-man van Maurten. Die vertelde dat Magnus Ditlev op Ironman race pace ruim boven de 200 gram zit. Ook Kristian Blummenfelt verorberde in Texas rond de 200 gram per uur. Deze keer hield hij alles binnen, wat hem in Kona niet lukte. Daar sproeide hij de Queen K onder de vloeibare koolhydraten. Niet omdat zijn maag het niet aankon, maar omdat zijn keel geïrriteerd raakte.
Wat me brengt op de les die ik leerde toen ik een atleet op weg stuurde in zijn Hawaii-kwalificatie-Ironman met de opdracht om 100 tot 110 gram per uur te eten tijdens het fietsen. Hij is het type atleet die altijd meer doet dan de coach vraagt. Per uur ging er dus nog wat meer naar binnen. Want meer = beter. Tot zijn maag het niet meer aankon. De marathon werd een overlevingstocht. Weg Kona-slot. De coachingsles die ik daaruit leerde: liever 20 gram te weinig dan 2 gram teveel. Want als je maag het niet meer aankan, dan ben je veel verder naar huis dan wanneer je iets meer op had kunnen nemen.
Nog even, om te snappen hoeveel dat is, 200 gram koolhdyraten per uur op een hartslag van 160: wat zou je dan moeten eten als je aan de rand van het zwembad zit in plaats van op je fiets? Dit zou je dan volgens ChatGPGT per uur moeten consumeren:
- Drie donuts
- Een stuk appeltaart
- Twee glazen cola
- Een zak chips
- Een zak pretzels met extra zout
- En, om het geheel af te toppen, een tot twee halve liters alcoholvrij bier.
En dat dan acht uur lang.
___________________________________________________________________________________________
Triathlon is niet langer alleen maar hard zwemmen, fietsen en lopen. Je moet ook je voedingsinname trainen en een plan hebben voor je wedstrijden. Ben jij benieuwd wat jouw optimum is tijdens een race en hoe je je maag daarop traint? Of wil je gewoon sterker, slimmer en met meer vertrouwen opbouwen richting jouw volgende triathlon?
Stuur dan een mailtje naar [email protected]
Of kom een keertje langs voor een kopje koffie (desgewenst met appeltaart) in mijn coachingsruimte in Utrecht.