Bert Flier schrijft voor Trikipedia over drie thema’s: Met het mes tussen de tanden | Tussen de oren | Nerd talk

‘Het is genoeg zo. Stop er maar mee’. Reece Barclay nam de beslissing die Lucy zelf niet kon nemen. Tijdens Kona 2025 zag hij zijn vrouw zich van aid station naar aid station worstelen. Ze probeerde haar lichaam weer op de rails te krijgen, maar wat ze ook probeerde: het lukte niet.
Terwijl ze voor de winst liep. In Kona. Onderweg naar haar tweede wereldtitel, waarvan ze vooraf voelde: ik kan ‘m weer winnen.
Helder denken lukte niet meer. Daarom vond ik het zo sterk dat Reece haar eruit haalde. Lucy had zelf nooit gedaan. Ze zou zijn doorgegaan tot ze erbij neerviel. Zoals Taylor Knibb, die op kilometer 39 letterlijk omviel.
Winners don’t quit. Of toch wel? Wanneer is stoppen geen opgeven, maar de enige juiste keuze? Voor mij zijn er twee geldige redenen.
Als je fysiek over de grens gaat
Wanneer je je lichaam zoveel schade oploopt dat het je gezondheid bedreigt, is uitstappen geen teken van zwakte maar van wijsheid. Lucy’s beslissing – eigenlijk die van Reece – was precies dat.
Soms gebeurt dat niet. Zoals Sam Laidlow het jaar ervoor. Ik zag hem rond kilometer 16 zwalkend uit een Dixy zag komen en zei: ‘Die moeten ze eruit halen’. Toch perste hij nog een 3u12-marathon uit zijn gekookte lichaam. Hij mòest finishen om zijn nieuwe fietsrecord officieel op zijn naam te krijgen. Maar de prijs daarna was hoog: maanden van rust, twijfel en medische onderzoeken om daarvan te herstellen.
De grens is soms flinterdun. Toen Kristian Blummenfelt in Kona 2022 als derde over de streep kwam, bleek zijn kerntemperatuur te zijn opgelopen tot 40,7C in de finale. Dat zijn geen pijntjes. Dat zijn donkerrode vlaggen. Na de finish kreeg hij direct medische verzorging.
De kunst is die rode vlaggen te herkennen. Vóór de medische tent dat voor je doet.
Als je de mentaal-geestelijke grens overschrijdt
De tweede grens is subtieler – en vaak nog lastiger te herkennen. Het is het moment waarop je merkt dat je jezelf mentaal en geestelijk aan het verloochenen bent. De reden waarom je ooit begon, ben je kwijt. Je gaat door uit plichtsgevoel, of omdat je bang bent de verwachtingen van anderen – en vooral van jezelf – niet waar te maken. Ondertussen weet je dat er iets in je leven schuurt dat je eigenlijk eerst moet oplossen. Triathlon is dan geen passie meer, maar een vlucht. Je bent niet langer trouw aan jezelf, maar aan het schema. Trainen en racen zijn geen middel tot groei meer, maar een manier om overeind te blijven en je bestaan te rechtvaardigen.
Dan is triathlon geen passie meer, maar een vlucht.
Dat was voor mij de reden om uit te stappen tijdens Ironman Brazilië van 2003 (column). Ik stapte daar niet uit omdat ik geen zin meer had. Niet omdat het zwaar was. Maar omdat ik merkte dat ik mezelf was kwijtgeraakt.
Ook hierbij kan het moeilijk zijn de grens te trekken. Consistent trainen vraagt offers. De deur uitgaan wanneer je er even he-le-maal geen zin in hebt. Om keuzes te maken die sociaal en emotioneel pijn doen. En je jezelf dus tijdelijk moet verloochenen.
Een simpele maar effectieve lakmoestest voor dit soort situaties is: maken mijn keuzes me uiteindelijk tot een beter mens? Maakt het me tot een mooiere moeder, vader, vrouw, man, collega? Is triathlon een aanvulling op mijn leven of de invulling ervan?
_________________________________________________________________________________________
Waar ligt jouw grens?
Wil jij weten waar voor jou de grens ligt tussen stoppen en doorgaan? Stuur me gerust een mailtje via [email protected] of kom langs in mijn coachingsruimte in Utrecht. De koffie staat klaar.
